Bara

Bara

Ingrediënten

-1 kg. bloem
-500 gr. fijn gemalen urdi
-6 teentjes knoflook
-1½ theel. zout
-1 theel. bakpoeder
-1 theel. baksoda
-1 peper
-2 theel. komijnzaad (djira)
-6 jonge tajerbladeren
-1 liter olie

Als je zelfrijzende bloem gebruikt dan hoef je geen bakpoeder en baksoda te gebruiken.

Bereiden:
Hoe maak je het klaar?

Als de urdi nog niet schoon is gemaakt, 1 dag van tevoren laten weken in warm water, zodat je het de volgende dag kan wassen (de schilletjes eruit halen). De komijn in een droge koekepan bruin bakken (dat verhoogt de smaak). Een soepel deeg kneden van de bloem met bakpoeder en baksoda, de gemalen urdi, de fijngestampte knoflook en pepers, de komijn, het zout en het gewassen en fijngesneden tajerblad. Het deeg goed kneden tot het een samenhangend geheel wordt.

Het deeg dan afgedekt een paar uur laten rusten. Verhit de olie in een wok of een diepe pan. Houd een kommetje water bij de hand. Maak je handen een beetje vochtig en maak in je natte handpalm een bal, die je daarna gelijkmatig platdrukt tot een ‘koek’ van ongeveer 10 cm groot en iets minder dan 1 cm dik. Maak in het midden een kuiltje. Als je het rondje in de olie hebt gedaan moet je er met een lepel constant hete olie op schenken. Je ziet dan meteen dat het rondje boller wordt. Gebeurt dat niet, dan is de olie niet heet genoeg. Maak je handen iedere keer weer vochtig.

Maak de ‘koeken’ één voor één en laat ze meteen voorzichtig in de hete olie glijden; er kunnen een stuk of 5 tegelijk in de wok. Pas op voor gespetter! Goudbruin laten bakken en dan met een schuimspaan omkeren, zodat de andere kant ook gaar wordt. Goed laten uitdruipen op een schaal met een velletje keukenpapier er op. Bara wordt meestal met chutney gegeten, aam ke chutney erbij of gekookte aardappel met ajoema er doorheen.